Statuten

Statuten afdeling Handboogsport

Hier vindt u de tekst van de statuten van de afdeling Handboogsport. Een scan van de originele notulen is vrij beschikbaar voor de leden van USV Rotterdam afdeling Handboog.

Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam: ROTTERDAMSE SPORTVERENIGING UIT SPORT VRIENDSCHAP (USV), AFDELING HANDBOOGSPORT. Hierna te noemen “subvereniging.
2. Zij heeft haar zetel te Rotterdam.
3. Zij is een afdeling van de Rotterdamse OMNI-Vereniging Uit Sport Vriendschap, hierna te noemen OMNI-VERENIGING U.S.V.
     
Artikel 2
1. Organen van de subverenigingen zijn: het bestuur en de algemene vergadering, alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de algemene vergadering belast zijn met een nader omschreven taak aan wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. De organen van de subvereniging als bedoeld in lid 1 bezitten geen rechtspersoonlijkheid.
     
Artikel 3
1. De subvereniging is opgericht op twaalf december negentienhonderd vijf en negentig en aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar van de subvereniging loopt van één januari tot en met één en dertig december.
     
Artikel 4
De subvereniging heeft ten doel:
1. Het doen beoefenen en bevorderen van de handboogsport in al zijn verschijningsvormen.
2. De subvereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
  a. Het lidmaatschap te verwerven van de Nederlandse Handboog Bond, in deze statuten nader aan te duiden als de bond;
  b. Deel te nemen aan de door onder a. genoemde bond georganiseerde of goedgekeurde competities en andere wedstrijden;
  c. Wedstrijden te organiseren;
  d. Evenementen op het gebied van handboogsport te organiseren;
  e. Al hetgeen te doen wat met het bovenstaande verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.
     
Artikel 5
1. Leden
  a. Leden zijn natuurlijke personen die op hun verzoek als lid door het bestuur zijn toegelaten;
  b. Personen die door de bond levenslang zijn uitgesloten van deelname aan wedstrijden, dan wel het bekleden van een functie, kunnen niet als lid van de subvereniging worden toegelaten.
2. In geval van niet toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkene alsnog door de eerstvolgende plaatsvindende algemene vergadering tot toelating worden besloten.
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens zijn bijzondere verdiensten voor de subvereniging tot ere-lid benoemen.
4. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
5. Het bestuur verstrekt de OMNI-vereniging jaarlijks een ledenlijst.
     
Artikel 6
1. De leden zijn verplicht:
  a. De statuten en reglementen van de subvereniging, alsmede van de besluiten van de organen, als bedoeld in artikel 2 lid 1, na te leven;
  b. De statuten en reglementen van de bond, de besluiten van zijn organen, alsmede de door deze bond van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven;
  c. De banden van de subvereniging, de OMNI-vereniging, haar afdelingen, alsmede die van de bond niet te schaden;
  d. Alle overige verplichtingen te aanvaarden en na te komen, welke de bond in naam van de subvereniging aangaat, voor zover laatstbedoelde verplichtingen betrekking hebben op de leden van de subvereniging.
2. Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij andere verplichtingen dan van geldelijke aard zijn verzwaard, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 4, door opzegging van het lidmaatschap te zijnen opzichte uitsluiten.
3. Door de subvereniging kunnen in naam van de leden geen verplichtingen worden aangegaan, dan nadat het bestuur door de algemene vergadering vertegenwoordigingsbevoegd is verklaard.
     
Artikel 7
1. a. In het algemeen zal strafbaar zijn handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van de organen van de OMNI- en subvereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.
  b. Tevens zal strafbaar zijn handelen of nalaten in strijd met de wedstrijdbepalingen, alsmede met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de bond, of waardoor de belangen van de bond worden geschaad.
2. Het bestuur is bevoegd om, in geval van overtredingen als bedoeld in lid 1 onder a alsmede in geval van overtreding van de wedstrijdbepalingen, de volgende straffen op te leggen:
  a. Berisping;
  b. Schorsing;
  c. Ontzetting (royement).
3. Schorsingen kunnen worden opgelegd voor maximaal drie maanden. Gedurende de periode dat een lid geschorst is, heeft hij geen toegang tot een algemene vergadering en kan hij aldaar niet aan de stemming deelnemen, terwijl hem bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten worden ontzegd.
4. Ontzetting
  a. Ontzetting (royement) kan alleen worden uitgesproken indien een lid in ernstige mate in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de OMNI- en/of subvereniging handelt, of de verenigingen op onredelijke wijze benadeelt.
  b. Nadat het bestuur tot ontzetting (royement) heeft besloten, wordt het betrokken lid ten spoedigste door middel van een aangetekend schrijven van het besluit, met opgave van redenen in kennis gesteld
  c. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering die in haar eerstvolgende vergadering met meerderheid beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende algemene vergadering en bevoegd is aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan.
5. In geval van overtredingen als bedoeld in lid 1 onder b is het betrokken lid onderworpen aan de bepalingen van het reglement tuchtrechtspraak van de bond, vastgesteld door de algemene vergadering van de bond
6. a. In geval van geschillen, als bedoeld in de statuten van de bond worden deze met uitsluiting van de burgerlijke rechter beslecht door een commissie van beroep en arbitrage van de bond.
  b. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn indien één van de partijen verklaart dat dit het geval is.
     
Artikel 8
1. De geldmiddelen van de subvereniging bestaan uit:
  a. Contributie van de leden;
  b. Ontvangsten uit wedstrijden;
  c. Andere inkomsten.
2. a. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van contributie, welke door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. De leden kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen;
  b. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele jaar verschuldigd.
3. Ere-leden zijn vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van contributie.
     
Artikel 9
1. Het lidmaatschap eindigt:
  a. Door overlijden van het lid;
  b. Door opzegging door het lid;
  c. Door opzegging door het bestuur namens de subvereniging;
  d. Door ontzetting (royement), als bepaald in artikel 7 lid 4.
2. Opzegging namens de subvereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen voor zover deze door deze statuten worden gesteld, of wanneer hij zijn verplichtingen jegens de subvereniging niet nakomt, alsmede wanneer van de subvereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. a. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of namens de subvereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken;
  b. Een opzegging in strijd met het onder a bepaalde doet het lidmaatschap eindigen p het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waar tegen was opgezegd.
4. Een opzegging als bedoeld in artikel 6 lid 2 dient te geschieden binnen een maand nadat het bedoelde besluit aan het lid is bekend geworden of is medegedeeld.
5. Behalve ingeval van overlijden wordt een lid dat heeft opgezegd geacht nog lid te zijn tot ten hoogste het eind van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang hij niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen ten opzichte van de subvereniging, of zolang enige aangelegenheid waarbij hij betrokken is niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf daarin begrepen. Gedurende deze periode kan de betrokkene geen rechten uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijnen in beroep te gaan.
     
Artikel 10
1. De subvereniging kent behalve leden, aspirant-leden en junior-leden ook donateurs.
2. Donateurs zijn natuurlijke of rechtspersonen die door het bestuur als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de subvereniging verplichten om jaarlijks een door het bestuur vastgestelde bijdrage te storten.
3. Donateurs hebben geen andere rechten of verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend of opgelegd.
4. De rechten en verplichtingen van de donateur kunnen te allen tijde door de vereniging of de donateur door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat bij opzegging door de donateur de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
5. Opzegging namens de subvereniging geschiedt door het bestuur.
     
Artikel 11
1. a. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie meerderjarige personen, die door de algemene vergadering uit de leden worden gekozen;
  b. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene vergadering;
  c. De voorzitter wordt in functie gekozen.
2. a. Tot aan de aanvang van de algemene vergadering kunnen door het bestuur of door tenminste één/vijfde (1/5) van het aantal stemgerechtigde leden kandidaten worden gesteld voor de functie van bestuurslid;
  b. Aan een kandidaatstelling kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering;
  c. Vindt geen kandidaatstelling plaats of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het onder b gestelde om aan de kandidaatstelling het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keus.
3. a. Ieder bestuurslid treedt drie jaar na zijn verkiezing af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar;
  b. De voorzitter treedt af zodra hij geen bestuurslid meer is van de OMNI-vereniging;
  c. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door het eindigen van het lidmaatschap van de subvereniging of door bedanker;
  d. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk binnen zes weken voorzien. Wie in een tussentijdse vacature is gekozen, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in;
  e. Bestuursleden dienen meerderjarig te zijn en treden af in de jaarlijkse algemene vergadering, gehouden in het boekjaar waarin zij de leeftijd van zeventig jaar bereiken.
4. In zijn eerste bestuursvergadering na een bestuursverkiezing verdeelt het bestuur in onderling overleg de overige functies en stelt zij voor elk bestuurslid diens taak vast en doet hiervan, hetzij in het clubblad, hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving, mededeling aan alle leden.
5. Ieder bestuurslid is tegenover de subvereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk tegenover de subvereniging, tenzij hij betwist dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
6. Een bestuurslid van de subvereniging is verplicht om met betrekking tot zaken die mede de belangen van de OMNI-vereniging of van andere aangesloten subverenigingen kunnen raken, voorafgaand overleg te plegen met het bestuur van de OMNI-vereniging of het bestuur van de betreffende subvereniging. Komen de beiden besturen niet tot overeenstemming dan beslist het bestuur van de OMNI-vereniging.
7. De algemene vergadering kan een bestuurslid van het bestuur schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een daartoe strekkend besluit is een meerderheid vereist van ten minste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn.
     
Artikel 12
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de subvereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komen.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies waarvan de leden door het bestuur worden benoemd en ontslagen.
     
Artikel 13
1. Tenzij het bestuur anders bepaalt, vergadert het bestuur wanneer de voorzitter of twee andere bestuursleden dit verlangen.
2. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, indien geen bestuurslid zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet en alle bestuursleden aan deze besluitvorming deelnemen.
3. a. Alle besluiten, daaronder begrepen de besluiten als bedoeld in lid 2, worden genomen met meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, mits voor wat de in vergadering genomen besluiten betreft de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is.
  b. Blanco stemmen zijn ongeldig.
4. Over elk voorstel wordt afzonderlijk en mondeling gestemd, tenzij de voorzitter of een bestuurslid anders wensen.
5. a. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel dat het bestuur een besluit heeft genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgesteld voorstel.
  b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het onder a bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt zonodig het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien een bestuurslid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
6. Van het verhandelde in elke vergadering wordt door de secretaris of een door het bestuur aangewezen notulist notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld.
     
Artikel 14
1. De subvereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter, secretaris of penningmeester afzonderlijk.
2. De vereniging wordt op de afdelingsvergadering van de bond met uitsluiting van andere bestuursleden, vertegenwoordigd door een daartoe door het bestuur aangewezen bestuurslid, die bevoegd is om op deze vergadering deel te nemen aan de verkiezing van leden-afgevaardigden, alsmede bevoegd is om de vereniging als lid-afgevaardigde verkiesbaar te doen stellen, in welk laatste geval hij bij verkiezing de vereniging in die functie zal vertegenwoordigen.
3. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.
4. Bestuursleden, aan wie krachtens deze statuten vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de betrokken rechtshandeling of rechtshandelingen is besloten. Overtreding hiervan kan noch door, noch aan de vereniging of de wederpartij worden tegengeworpen.
5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
6. I Onverminderd het bepaalde onder II het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een bedrag of waarde van EENDUIZEND GULDEN (fl. 1.000,00) te boven gaande. Dit bedrag zal aan het einde van elk jaar, voor het eerst aan het einde van het tweede boekjaar, worden verhoogd met vier procent (4%), met dien verstande dat de aldus verkregen uitkomst wordt afgerond naar boven op een veelvoud van tien gulden (fl. 10,00).
  II
  1. Het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de subvereniging een bankkrediet wordt verleend;
  2. Het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de subvereniging verleend bankkrediet;
  3. Het aangaan van dadingen;
  4. Het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden.
  5. Blanco zijn;
  6. Zijn ondertekend;
  7. Onleesbaar zijn;
  8. Een persoon niet duidelijk aanwijzen;
  9. De naam bevatten van een persoon die niet kandidaat gesteld is;
  10. Voor iedere verkiesbare plaats meer dan één naam bevatten;
  11. Meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon die is bedoeld
7. Het bestuur is bevoegd één of meer gemachtigden aan te wijzen die zelfstandig, danwel gezamenlijk, bevoegd zijn binnen de grenzen van die volmacht over de saldi van de subvereniging bij bank- en/of giroinstellingen te beschikken.
     
Artikel 15
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de subvereniging zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. De penningmeester van de subvereniging houdt een boek bij van alle inkomsten en uitgaven van gelden onder zijn beheer volgens de richtlijnen van de penningmeester van de OMNI-vereniging. Het doen van uitgaven is hem toegestaan volgens een door het bestuur van de OMNI-vereniging goedgekeurde begroting. Voor het bestuur van de OMNI-vereniging goedgekeurde begroting. Voor bijzondere uitgaven wordt hij door het bestuur van de OMNI-vereniging gemachtigd. Indien er meer dan DRIEDUIZEND GULDEN (fl. 3.000,00) in kas is, wordt het meerdere dat niet direkt nodig is voor het bestrijden van de lopende uitgaven door hem afgedragen aan de penningmeester van de OMNI-vereniging.
Hij is gehouden eenmaal per kwartaal schriftelijk een financieel verslag in te dienen bij de penningmeester van de OMNI-vereniging.
3. Het bestuur brengt, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar op een algemene vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd beleid. Bij gebreke hiervan kan, na verloop van de termijn, ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
4. a. Tenzij de algemene vergadering op een andere wijze in het toezicht op het bestuur heeft voorzien, kiest de algemene vergadering een kascommissie, bestaande uit twee leden en een plaatsvervangend lid die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
  b. De leden van de onder a bedoelde commissie worden gekozen voor de duur van twee jaar en treden volgens een op te maken rooster af. Zij zijn aansluitend slechts éénmaal herkiesbaar.
  c. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Degenen die de rekening en verantwoording van het bestuur onderzoeken, kunnen zonodig zich voor rekening van de vereniging door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de subvereniging te geven.
6. De opdracht aan de commissie kan te allen tijde worden herroepen, doch slechts door de verkiezing van een andere commissie.
7. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen voor zover die uit de jaarstukken blijken.
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in de leden 1, 2, 3 en 4 tien jaar lang te bewaren.
     
Artikel 16
1. Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering (jaarvergadering) worden gehouden.
2. De agenda van deze vergadering bevat onder meer:
  a. Bespreking van de notulen van de vorige algemene vergadering;
  b. Jaarverslag van de secretaris;
  c. Behandeling en vaststelling van de jaarstukken;
  d. Het verslag van de kascommissie;
  e. De benoeming van de kascommissie voor het volgende verenigingsjaar;
  f. Vaststelling van de contributies en afdrachten;
  g. Vaststelling van de begroting;
  h. Voorziening in vacatures;
  i. Rondvraag.
3. Voorts worden algemene vergaderingen gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. a. Het bestuur is op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
  b. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg is gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan met inachtneming van het bepaalde in het volgende lid.
5. a. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
  b. De bijeenroeping geschiedt in het clubblad of door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving, zulks onder gelijktijdige vermelding van de agenda, of door middel van een advertentie in tenminste één, ter plaatse waar de vereniging haar zetel heeft, veel gelezen dagblad. Geschiedt de bijeenroeping door middel van een advertentie, dan wordt de agenda voor de leden op een daartoe geschikte plaats ter inzage gelegd en wordt daarvan melding gemaakt in de advertentie.
     
Artikel 17
1. a. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden, voor zover zij niet ten tijde van de vergadering als lid zijn geschorst;
  b. De voorzitter kan tevens toegang verlenen aan andere dan de onder a bedoelde personen.
2. a. Alleen de in lid 1 onder a bedoelde leden, die bij de aanvang van het boekjaar de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, zijn stemgerechtigd. Zij brengen ieder één stem uit;
  b. Ieder stemgerechtigd lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk gemachtigd ander stemgerechtigd lid dat echter in totaal niet meer dan twee stemmen kan uitbrengen.
3. a. Tenzij anders in deze statuten is bepaald, worden besluiten genomen met een meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen;
  b. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte geldige stemmen;
  c. Als ongeldige stemmen worden aangemerkt uitgebrachte stemmen of stembiljetten die, naar het oordeel van de voorzitter:
4. a. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, over personen schriftelijk, tenzij de voorzitter zonder tegenspraak uit de vergadering een andere wijze van stemmen bepaalt of toelaat;
  b. Ingeval van meerdere vacatures wordt over iedere vacature afzonderlijk gestemd.
5. a. Indien bij een stemming over personen bij de eerste stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden. Verkrijgt ook bij deze stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, dan vindt herstemming plaats over de personen, die het hoogste aantal stemmen hebben verkregen;
  b. Heeft slechts één persoon het hoogste aantal stemmen verkregen, dan vindt herstemming plaats over hem en degene die het op één na hoogste aantal stemmen heeft verkregen. Zijn er meer personen die het op één na hoogste aantal stemmen hebben verkregen, dan vindt over hen eerst een tussenstemming plaats om uit te maken wie de kandidaat wordt voor de herstemming;
  c. Zowel bij tussenstemming als bij herstemming(en) is hij gekozen die de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen. Staken bij deze stemmingen de stemmen, dan beslist het lot.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel dat niet de verkiezing van personen betreft is het verworpen.
7. a. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel, dat een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel;
  b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het onder a bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt zonodig het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
     
Artikel 18
Aan de algemene vergadering komen in de subvereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of door de statuten aan het bestuur of andere organen zijn opgedragen.
     
Artikel 19
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de subvereniging of zijn plaatsvervanger.
Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op.
Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door de secretaris of een door het bestuur aangewezen notulist notulen gemaakt. De notulen worden, na vaststelling door de voorzitter en de notulist, in het clubblad gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden gebracht en worden in de eerstvolgende algemene vergadering besproken.
     
Artikel 20
1. De algemene vergadering kan reglementen vaststellen en wijzigen, waarin de taken en bevoegdheden van de organen nader kunnen worden geregeld.
2. De reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
     
Artikel 21
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe wordt opgeroepen met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste veertien dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de voorgestelde wijziging tenminste veertien dagen voor de vergadering in het clubblad gepubliceerd en/of een afschrift hiervan op diens verzoek aan een lid ter beschikking gesteld.
3. a. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde (2/3) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien geen twee/derde (2/3) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte geldige stemmen;
  b. Een besluit tot statutenwijziging behoeft bovendien voorafgaande goedkeuring van de bond.
4. a. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat voldaan is aan het in lid 3 onder b bepaalde en van de statutenwijziging een notariële akte is opgemaakt. Van dit tijdstip wordt mededeling gedaan in het clubblad;
  b. Ieder bestuurslid is afzonderlijk tot het doen verlijden van deze akte bevoegd.
     
Artikel 22
1. De subvereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering, genomen met tenminste twee/derde (2/3) van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste drie/vierde (3/4) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
2. Het bepaalde in de leden 2 en 3 van artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, dan geschiedt de vereffening door het bestuur.
4. Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid zijn, maar aan een dan door de algemene vergadering aan te wijzen doel.
5. Na de ontbinding blijft de subvereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. IN stukken en aankondigingen die van de subvereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
     
Artikel 23
In de gevallen waarin deze statuten of de reglementen niet voorzien beslist het bestuur.

 

 

Tenslotte verklaarden de komparanten, dat voor de eerste maal leden van het bestuur worden benoemd:

  a. De komparant sub 1, voornoemd, tot voorzitter;
  b. De komparant sub 2, voornoemd tot secretaris;
  c. De heer [naam, adres, woonplaats en overige persoonlijke gegevens verwijderd in verband met de Wet bescherming persoonsgegevens], tot penningmeester.
De komparanten zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte betrokken komparanten/partijen is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld.

WAARVAN AKTE

In minuut is verleden te Barendrecht op de datum in het hoofd dezer akte is vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de verschenen personen hebben deze eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.

 

 

Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de komparanten en mij, notaris, ondertekend.